Iemand die zich de hele dag zorgen maakt en zich voortdurend angstig maakt om allerlei dingen, zich erg gespannen voelt en eigenlijk alles onder controle wil hebben, classificeren we vaak met een gegeneraliseerde angststoornis. De angsten gaan vaak onbewust en heel automatisch. Zo kan je je druk maken om van alles en ben je het eigenlijk gewend om je altijd om iets druk of zorgen te maken. De zorgen gaan vaak over geld, werk en gezondheid. Dit kan behoorlijk belemmerend en ook vaak vermoeiend zijn.

Van alle volwassen Nederlanders tot 65 jaar heeft ruim 4,5% ooit in zijn leven een gegeneraliseerde angststoornis gehad. Bij 3,6% van de mannen en 5,4% van de vrouwen komt de gegeneraliseerde angststoornis voor.

De behandeling van een Gegeneraliseerde Angststoornis geschiedt via Cognitieve Gedragstherapie. In de therapie worden irreële en disfunctionele gedachtenpatronen onderzocht en uitgedaagd bij situaties waar je angst bij ervaart. De therapie richt zich ook op het leren terugdringen van piekeren. Dit kan door enerzijds het piekeren helemaal uit te werken. Op die manier ontstaat er exposure (blootstelling) aan de angst en wordt de angst niet als het ware vermeden door te piekeren. Anderzijds wordt op aandacht besteed aan de functie en het nut (en de valkuil) van piekeren. Je gaat je dan richten, samen met je psycholoog op de manier waarop je nadenkt over je gepieker.  Een overtuiging die je kan uitdagen kan bijvoorbeeld zijn dat jij er in gelooft dat je door veel na te denken situaties onder controle houdt, dat je dat nodig hebt.